Hoe komt iemand op het idee om schotse doedelzak te gaan spelen?

Ik heb het altijd al een fascinerend instrument gevonden. Mysterieus ook, magisch bijna. Nu kom ik uit ‘t Gooi en de natuuromgeving van licht glooiende heidevelden en bossen, kom je in de herfst al snel in de stemming van het mystieke. Vooral als je dan in 1986 tijdens een fietstocht rond Hilversum bij het recreatiegebied “Anna’s Hoeve” uitkomt waar diverse doedelzakbands hun muziek lieten horen.

Later bleek dat het een jaarlijks terugkerende contest was. Een muzikale doedelzak- en drum competitie. Er was daar ook een stand van de Beatrix Pipe Band uit Hilversum. Ik was zo “gegrepen” door de muziek dat ik eerst informatie vroeg en mij later aanmeldde. Een twijfel was bij mij sterk dat ik aangaf totaal niet muzikaal te zijn en ik het waarschijnlijk toch nooit zou leren. Dick de Lange en Gert-Jan Achterbergh van Beatrix, verzekerden mij dat het totaal geen belemmering zou zijn om doedelzak te leren spelen. Eerder een heel groot voordeel dat ik nog nooit een ander instrument had bespeeld zodat ik ook niets hoefde af te leren.

Op de vrijdagavonden en zaterdagochtenden fietste ik naar de Langsstraat in Hilversum om les te krijgen en om de vorderingen te laten horen. Na een 3/4 jaar ontving ik van Gert-Jan de doedelzak. Ik kon al aardig wat nummers van bladmuziek af spelen, en men vond de tijd rijp om grotere vorderingen te maken. Groot voordeel was dat ik in Wageningen studeerde en ik na de colleges in een collegezaal kon oefenen op de doedelzak, dit tot wanhoop van het schoonmaakpersoneel.

Uiteindelijk mocht ik mee met straatoptredens. Bij Beatrix bestond dat uit optreden in full dress, ook in de zomer. Dan speelde je twintig minuten en kreeg je rust; half uitkleden om weer een droog T-shirt aan te trekken en gereed maken voor een volgende performance. Ook heb ik opgetreden voor de televisie: Nederland Muziekland voor BZN, voor Veronica bij het programma Tineke op de zaterdag, een leuke tijd.

In 1990 moest ik in militaire dienst bij de Genie en was er geen tijd meer voor om mij met de doedelzak bezig te houden en ben ik gestopt.

In 2013 kwam ik in mijn woonplaats Enkhuizen tijdens een Ierse middag op “Het Landje van Top”, Douwe Witsen tegen die daar stond met een stand van de Arthur Troop Pipes and Drums. We raakten aan de praat en hij gaf mij een folder mee ter overdenking. Het leek mij wel wat, contact gezocht, mocht komen kijken. Maar ik ben gelijk weer van start gegaan. Eerst weer de toonladder en de eerste beginselen had ik weer vrij snel te pakken. Het is net als fietsen of schaatsen, je verleert het niet na een stroef begin – er zaten aardig wat jaren tussen – pikte ik het vrij snel op. Alleen noten tellen tijdens het spelen lukt mij nog steeds niet, ik weet wat er staat en hoe het gespeeld moet worden, maar ik speel op gevoel. Bovendien is de Arthur Troop een leuke groep mensen wat de band vorm geeft, elkaar stimuleert en het bandmotto is ook “Muziki per Amikeco”- Musiceren door vriendschap.

Het jongste bandlid is 10 jaar, dus er is ook geen leeftijdgrens. Tijdens optredens voelt het mij als een hecht team wat elkaar in hun waarden laat.
Na afloop van een optreden ben ik nog helemaal vol van en wil ik stoom afblazen door nog even solo te gaan op de pipes, en die ruimte krijg ik ook van de bandleiding. Heerlijk.

Erwin van Breemen